Erytrocytenconcentraat
Het erytrocytenconcentraat (concentraat rode bloedcellen) kan bij een temperatuur tussen 2 en 6°C 42 dagen in de koelkast bewaard worden.
'Gedeleukocyteerd' erytrocytenconcentraat
Het 'gedeleukocyteerd' erytrocytenconcentraat is aangewezen bij alle ernstige vormen van anemie wanneer het herstel van de zuurstoftransportcapaciteit klinisch en biologisch noodzakelijk is. Het gaat hierbij om een substitutiebehandeling, geen etiologische behandeling. Met de deleukocytering wil men de reacties op transfusies gekoppeld aan leukocyten- of bloedplaatjesremmende antilichamen bij de ontvanger beperken. Dit fenomeen doet zich vaak voor bij patiënten die meerdere transfusies ondergaan hebben.
'CMV-negatief' erytrocytenconcentraat
Het 'CMV-negatief' erytrocytenconcentraat wordt afgenomen bij een donor die geen antistoffen heeft tegen het cytomegalovirus (CMV). Het is specifiek aangewezen bij patiënten met een onderdrukt of immatuur immuunsysteem (prematuren, zuigelingen) met een risico op viscerale schade (interstitiële longziekten, hepatitis), in het bijzonder als hun afweersysteem verzwakt is enz.
'Gefenotypeerd' erytrocytenconcentraat
Het 'gefenotypeerde' erytrocytenconcentraat is aangewezen bij patiënten met antilichamen tegen rode bloedcellen of om immunisatie (het onvatbaar worden) te voorkomen. Vanuit dit gefenotypeerde erytrocytenconcentraat worden andere erytrocytaire antigenen alsook ABO en Rh bepaald.
'Bestraald' erytrocytenconcentraat
Het 'bestraalde' erytrocytenconcentraat is aangewezen in situaties waarbij het weerstandsvermogen van het lichaam sterk is aangetast, als preventie tegen de graft-versus-hostziekte of omgekeerde afstotingsziekte (na de transfusie).
'Ingevroren' erytrocytenconcentraat
Het 'ingevroren' erytrocytenconcentraat wordt via cryopreservatie bewaard. Het gebruik ervan wordt voorbehouden aan zeer specifieke situaties (een transfusie van rode bloedlichaampjes bij patiënten die tot een zeldzame bloedgroep behoren en/of meervoudige allo-antistoffen hebben). Dit preparaat kan in erg specifieke gevallen overwogen worden voor autologe transfusies.
'Autoloog' erytrocytenconcentraat
Het 'autologe' erytrocytenconcentraat kan enkel worden gebruikt voor patiënten die hun bloed vooraf gedoneerd hebben met het oog op een geplande ingreep. De retransfusie van de predonatie-eenheden moet volgens dezelfde klinische en/of biologische criteria gebeuren als diegene die doorslaggevend zijn voor de allogene transfusies. Dat gebeurt maar heel zelden.
Andere
Bloedzakjes voor gebruik in de pediatrie worden enkel geprepareerd naargelang de behoeften. In erg uitzonderlijke situaties worden zo nodig toch bepaalde producten bereid na een uitgebreid advies van de klinisch geneesheer in overleg met de arts van het Transfusiecentrum dat de producten moet afleveren.